Bij een pH in het substraat hoger dan 5.0 is aan te bevelen om aan het einde van de teeltfase of direct aan het begin van de trek te starten met één of twee giften van 1,5% aluminumsulfaat. De pH kan dan op een voldoende laag niveau gebracht worden. Aluminiumsulfaat werkt zuur omdat het bij oplossen waterstofionen produceert. Het vrijkomen van deze H+ -ionen zorgt voor verlaging van de pH. Of deze eerste gift daadwerkelijk gegeven moet worden, hangt af van de heersende pH in het substraat bij aanvang van de trek en van het gemak waarmee de betreffende cultivar zich laat blauwen. Het heeft de voorkeur om bij het begin van de trek de pH middels aluminiumsulfaat in te stellen op 5.0. Gedurende de trekfase wordt dan door verdere dosering van aluminiumsulfaat de pH verder verlaagd, zo mogelijk naar een voor blauwkleuring optimale waarde tussen 4.3 en 4.5. Ofschoon het aluminiumsulfaat in een relatief hoog geconcentreerde oplossing gegeven wordt, kan het begin van de trekfase voor het gewas als minst kwetsbare periode beschouwd worden omdat de wortels zich na behandeling in principe voldoende kunnen herstellen.
Wanneer in de trekfase aluminium gedoseerd wordt, is het van belang rekening te houden met het beperkte waterverbruik van het gewas in de vroege trek. Bij de late trek, met een start van de teelt vanaf begin februari, is het waterverbruik als gevolg van toenemende instraling hoger en daardoor is het dan ook gemakkelijker om de gewenste hoeveelheid aluminium, evt. in een lagere concentratie, aan het gewas toe te dienen. Het is in bovengenoemd onderzoek voor de bloemkleur niet van belang geweest of de aluminium via de voedingsoplossing of via water wordt toegediend.