Het blijkt dat het niet alleen de huisartsen zijn die hun gedrag aanpassen; ook de specialisten laten een duidelijk verschil in gedrag zien tussen polikliniek en gezamenlijk consult. Dit werd met name duidelijk als het om aanvullende diagnostiek en controlebeleid ging. Veel minder diagnostiek werd ingezet en veel minder controles werden afgesproken. Ook hier zijn er vele mogelijke verklaringen, zoals het verwachtingspatroon van de patiënten in het ziekenhuis, de routine van de polikliniek en de eindverantwoordelijkheid die bij gezamenlijke consulten bij de huisarts berust. Deze verklaringen ga-ven de reumatologen aan bij de slotevaluatie van de studie. Desalniettemin toonden de reumatologen aan met veel minder diagnostiek en veel minder controleafspraken adequate zorg te kunnen verlenen (de gezondheidstoestand van de patiënten in gezamenlijke consulten was gelijk aan die in de polikliniek). Wellicht dat de praktische, eerstelijnsmanier van werken de specialisten stimuleerde om kritisch met tijd en middelen om te springen. Hoe dan ook geven deze bevindingen stof voor discussie over de noodzaak van sommige handelingen op de polikliniek.