Het principe is als volgt :De positie wordt opgemeten met de motorresolver.De positie wordt ook gemeten met de encoder.Het koppel uitgeoefend door de motor wordt bepaald en daaruit komt de toegepaste plooikracht.Bij het begin van het plooien loopt de plooikracht heel snel op (als je de plaat raakt).Als de plooikracht 20 kN wordt, dan wordt het verschil tussen de posities (encoder & motor) bepaald.Als de plooikracht 60 kN wordt, dan wordt het verschil weer bepaald.Daaruit wordt een getal berekend dat zegt hoe snel het verschil groeit per kN plooikracht.Dat getal moet tussen twee waarden liggen : PAR76 en PAR77.Wat de sturing berekend heeft voor een bepaalde plooi kun je in dmesg zien :“slope calculated”, het getal is vermenigvuldigd met 1000.0.Dus zo kun je zien welke parameter aangepast moet worden, PAR76 en PAR77.LET OP: Bij PAR76 op exact 0 = Default = 0.13 dit is soms kleiner dan nodig.Beter op een waarde ≠ 0 -> 0.01 of -0.01