12.2.5SpintDit zijn kleine spinachtige diertjes ((Tetranychus urticae- bonespintmijt), die soms spinsel maken. De spintmijt is maximaal 0,5 mm groot, geelbruin van kleur, met twee donkere vlekken op de zijden. De kleur kan per gewas en per jaargetijde verschillen. Bij het begin van de aantasting zitten de spintmijten aan de onderkant van de bladeren, zuigen daar, waardoor er gele vlekjes aan de bovenkant van het blad te zien zijn. Bij doorgaande aantasting komen de spinten ook aan de bovenkant van het blad waardoor het blad, door beschadiging en spinsel, grijs van kleur wordt. Spintmijten prefereren warme en droge omstandigheden. Bij lage temperatuur en minder licht ontstaan wintervormen van spintvrouwtjes die overwinteren in beschutte plaatsen. Verspreiding van spintmijten gebeurt door luchtbeweging, maar ook door versleping met materialen, werktuigen en kleding. Waarnemen van aantasting met behulp van vangplaten, signaalplaten, is bij spintmijten niet mogelijk. Een stelselmatige visuele controle van het gewas op aantasting is de beste controle.