A: Vervolledig de toestandstabel. Als je nog andere grootheden gebruikt, kan je die voor jezelf in de onderste rijen zetten. LET OP: een deel van de tabel kan je nu al invullen, maar een deel gaat pas nadat je vraag B hebt gedaan. Geef kort aan hoe je elke toestand bepaald hebt. Rekenwerk (van bvb interpolatie) hoeft niet uitgeschreven te worden.