Overige aanbevelingen
Het wordt aanbevolen om gedurende de laatste weken van de trekfase voeding te doseren met een relatief lage EC van ca. 1,0 mS/cm met een ammoniumaandeel van minder dan 10% van het stikstofgehalte.
Geconstateerd is dat wortels zich wel weer herstellen nadat gestopt wordt met aluminiumdosering. Dit voorkomt een slechtere houdbaarheid van het leverbare product. Wanneer aluminium aan een standaard voedingsoplossing wordt toegevoegd vindt vastlegging van de fosfaat plaats. Dit kan een reden zijn om de aluminium te doseren in combinatie met enkelvoudige meststoffen zonder fosfaat of fosfaatarme mengmeststoffen waaraan ook spoorelementen zijn toegevoegd. Dit om neerslagen in de voedingsoplossing te voorkomen. Wel is uit onderzoek gebleken dat het gewas een beperkte beschikbaarheid van fosfaat voor het gewas gedurende de periode van aluminiumdosering goed kan doorstaan en dus niet nadelig hoeft te zijn voor de groei. Voorts dient de stikstofvoorziening in de voedingsoplossing sterk op nitraat gericht te zijn om de wortels te vrijwaren van hun ammoniumgevoeligheid. Bovendien beperkt een geringe ammoniumvoorraad een te ver dalen van de pH.