Werk in tweetallen of groepjes. Stel elkaar de volgende vragen. Is er een supermarkt bij jou in de buurt?Kom je weleens op de markt? Wat koop je dan?Woon je in de buurt van een station? Hoe ga je daar naartoe?Kom je weleens in een drogisterij? Wat koop je daar dan?Hoeveel paar schoenen heb je? Koop je regelmatig nieuwe schoenen?Waar is in een gebouw of huis de begane grond?Hoe kom je in een winkelcentrum op de eerste verdieping?Kom je weleens in een bouwmarkt? Wat koop je daar dan?Moet je op je werk formele kleding dragen?Kom je weleens in een warenhuis? Wat koop je daar dan?