Speciale meting Totaal P in oppervlaktewater Oppervlaktewatermonster worden bewaard bij een temperatuur van –18 ºC tot aan de analyse. Voor de meting met de Seal auto-analyzer III worden de monsters homogeniseerd met een Ultra Turrax, ernaar volgt een online UV-destructie en een zuurhydrolyse bij 95°C naar vermenging met ammoniummolybdaat/ascorbinezuur kan het gehalte P colorimetrisch gemeten worden. MethaananalyseHet bodemvocht wordt op locatie gefixeerd met een 4% HCl-oplossing. De methaanconcentratie wordt gemeten met een specifieke gaschromatograaf. De uiteindelijke methaanconcentratie wordt teruggerekend naar het oorspronkelijke volume van het bodemvocht.Sulfide-analyseHet bodemvocht wordt op locatie gefixeerd met een 4% HCl-oplossing. De sulfideconcentratie wordt gemeten met een specifieke gaschromatograaf. De uiteindelijke sulfideconcentratie wordt teruggerekend naar het oorspronkelijke volume van het bodemvocht.Chlorofyl-a in waterDe chlorofyl-a concentratie (welke een maat is voor de hoeveelheid fytoplankton in het oppervlaktewater) wordt bepaald met een spectrofotometrische methode volgens de NEN-6520 Norm. Het oppervlaktewatermonster (volume 1 liter) wordt binnen 24 uur gefiltreerd. De filters worden gedurende maximaal 3 maanden bewaard in de vriezer bij –20 ºC. De filters worden geëxtraheerd met 80% ethanol waarna de extinctie van de extracten voor en na aanzuren met HCl bij een golflengte van 665 en 750 nm worden gemeten met een Biotek plaatreader. Via een gestandaardiseerde formule wordt de chlorofyl-a concentratie berekend.WaterdestructieDe watermonsters worden gedestrueerd voor de bepaling van totaal fosfaat. Hiervoor wordt aan 5 ml watermonsters zwavelzuur (0,065 mmol l-1) en kaliumpersulfaat (0,148 mmol l-1) toegevoegd en gedurende 30 minuten bij 120 ºC in de autoclaaf geplaatst. De gedestrueerde monsters worden vervolgens op de ICP-OES gemeten. TOC/DOC metingTOC (totaal organisch koolstof), TN (totaal stikstof) en/of DOC (opgelost organisch koolstof), DON (opgelost organisch stikstof) wordt in water gemeten met behulp van een TOC-L CPH/CPN analyser (Shimadzu). Vooraf wordt het monster in de monsterbuis aangezuurd met een HCl-oplossing, gemengd en vervolgens doorborreld met een inert gas voor verwijdering van TIC (totaal anorganisch koolstof). Via een katalytische oxidatie wordt al het C en N omgezet in CO2, NO en NO2. Deze gassen worden vervolgens gemeten, CO2 met een Niet Dispersieve Infrarood (NDIR) sensor en NO en NO2 met een chemiluminiscentie detector (CLD).